“Bang voor de tandarts? Dat hoeft toch helemaal niet”.
Tandartsangst is een wijd verbreid en diepgeworteld fenomeen. Maar liefst 40% van de Nederlandse volwassenen zegt bang te zijn om een tandarts te bezoeken. Zo’n 12% van de bevolking moet als zeer tot extreem angstig worden beschouwd en 800.000 Nederlanders zijn zelfs zo bang voor de behandeling dat zij niet meer durven te gaan. Gelukkig lijkt de angst bij de Nederlandse kinderen minder groot te zijn. Onderzoek laat zien dat ongeveer 15% bang is voor een behandeling en dat 6% extreme angst vertoont.
Als mensen het tandartsbezoek uitstellen, kan het niet anders dan dat mensen problemen krijgen aan hun tanden, kiezen en tandvlees. De oorzaken van deze angst kunnen heel verschillend zijn en zijn meestal terug te voeren naar de jeugd. In veel gevallen heeft men het nodige te verduren gehad bij de (school)tandarts. In andere gevallen is de angst ‘afgekeken’ van de ouders of afkomstig van sterk overdreven ‘griezelverhalen’ op school. De meeste mensen die tegen een tandartsbezoek opzien, gaan gelukkig wel. De angst richt zich dan vaak op (het geluid van) de boor. Anderen zijn bang voor de pijn en denken voortdurend dat een zenuw of de tong doorboord gaat worden.
Bang voor de tandarts? Maar dat hoeft toch helemaal niet?
Tips om angst al vroeg te voorkomen
– Angstpreventie begint in de kinderleeftijd. Neem uw kind daarom zo vroeg mogelijk mee naar de tandarts. Uit onderzoek blijkt dat hoe eerder een kind went aan de tandarts, hoe kleiner de kans is dat er later angst ontstaat.
– Voor jonge kinderen is het goed als één van de ouders tijdens de controle of behandeling aanwezig is. Oudere kinderen kunnen proberen het zelf te doen. Daardoor krijgen ze meer zelfvertrouwen.
– Blijft u er als ouder bij, laat dan zoveel mogelijk over aan de tandarts. Doe geen valse beloftes, zoals: “Je voelt absoluut niks”. Als het dan tòch pijn doet, kan uw kind zich verraden voelen.
– Er is niets op tegen uw kind te belonen als het zich flink houdt. Een klein presentje, laat uw kind een uurtje langer opblijven of verzin iets anders leuks.
Tips voor mensen met angst
– Het is belangrijk te realiseren dat de tandheelkundige techniek de laatste jaren sterk is gevorderd. De spookverhalen uit de jeugd zijn allang verleden tijd. In principe kan tegenwoordig alles vrijwel pijnloos.
– Wat ook de oorzaak van uw angst is, belangrijk is dat er een sfeer van wederzijds vertrouwen is tussen u en uw tandarts.
– Als u bang bent een behandeling te ondergaan praat er dan over met uw tandarts. Hij is er dan op voorbereid en kan eventueel extra tijd voor u nemen.
– Laat u informeren over het soort behandelingen dat u te wachten staan, over wat er gaat gebeuren en waarom. Overweeg of het voor u prettiger is zo mogelijk in de spiegel mee te kijken tijdens de behandeling.
Wat je de tandarts kunt vragen om angstgevoelens te beperken
– meer tijd voor je uittrekken dan gebruikelijk is.
– de eerste keer alleen maar kijken of een foto maken.
– alles van te voren goed uitleggen, zodat je weet wat er gaat gebeuren.
– je alle instrumenten laten zien en uitleggen waarvoor ze gebruikt kunnen worden.
– je tijdens de behandeling precies vertellen wat hij gaat doen en hoe lang het nog duurt.
– je laten meekijken met een spiegeltje (of juist niet!).
– stoppen met de behandeling zodra jij je hand opsteekt.
– je walkman laten meenemen met je favoriete muziek.
– je iets laten vasthouden (favoriete knuffeldier, sjaal)
– andere oplossingen aandragen waardoor je angstgevoelens afnemen.
– Verdoving en kalmering
Tips voor mensen met angst
Als de tandarts iets moet doen wat pijnlijk kan zijn, zal hij in de meeste gevallen eerst voorstellen om te verdoven. De verdoving bestaat uit een klein prikje, waarna je meestal geen pijn meer voelt. Voel je na de verdoving toch pijn zeg dat dan meteen. De tandarts kan dan nog een beetje extra verdoven. Als de verdoving eenmaal werkt, voelt je wang of lip vaak dik aan en heb je het gevoel dat je moeilijker kunt praten en eten of drinken. Dit gevoel verdwijnt weer nadat de verdoving is uitgewerkt, meestal één of enkele uren na de behandeling. De tandarts kan de plek waar de verdoving gegeven wordt iets minder gevoelig maken met een zalfje.